Skip to main content

Deze week in het Intermediair: “Werkgever moet werknemer fantastische belevenis bieden.” Ik geloof heilig in werkgeluk, maar dit gaat mij toch wat te ver. Kom op zeg, we zijn de Efteling niet. Voor fantastische belevenissen gaan we naar Kaatsheuvel, of naar DisneyLand. Naar je werk ga je voor betekenis en voldoening, voor plezier met collega’s, voor dingen doen die nut hebben, voor jezelf uitdagen en ontwikkelen. Daarin faciliteren, dat is de taak van de werkgever.

Werkgeluk faciliteren

Een werkgever heeft veel te halen als hij zijn medewerkers op de eerste plaats zet en hun werkgeluk centraal stelt. Maar… daarbij staat gelijk een dikke MAAR: Niemand kan een andere gelukkig maken, geen werkgever kan een werknemer gelukkig maken, en dat is ook helemaal niet zijn taak. Gelukkig zijn op je werk is in de eerste plaats iets wat je zélf doet.

Wat kan een werkgever wel doen? Heel veel. Een werkgever heeft een belangrijke taak in het faciliteren van werkgeluk: in het inrichten van de organisatie op zo’n manier dat mensen zich kunnen ontplooien, dat ze zingeving ervaren (dat blijkt maar bij een heel klein deel van de mensen het geval, blijkt vandaag uit onderzoek), autonomie geven, vertrouwen. Sturen op organisatiecultuur waarin vertrouwen en samenwerken logisch zijn. En dat vertalen naar een merk waar mensen trots op zijn. Dat gestructureerd aanpakken is de taak van de werkgelukdeskundige, of zo je wilt CHO.

Taak van de CHO

Waarom wind ik me hier nou zo over op? Omdat als je, als CHO, denkt dat het jouw taak is ‘om iedereen met een glimlach naar zijn werk te laten komen’, je op de verkeerde weg bent. Dan halen we de verantwoordelijkheid weg bij degene over wie het nou allemaal gaat: de medewerker. Mag ik alsjeblieft zelf bepalen of ik met een glimlach naar mijn werk kom? En mag ik daar ook alsjeblieft zelf voor verantwoordelijk zijn? Ik ben toch volwassen? Geluk kan je niet afdwingen. En als jij jezelf verantwoordelijk maakt voor het geluk van anderen, dan lijkt het daar wel op.

 

Genuanceerd

Natuurlijk is het artikel wat genuanceerder dan de kop. Maar toch. Ik word er niet blij van. Want op deze manier praten over werkgeluk maakt het vakgebied (waarvoor al meer dan een jaar een opleiding bestaat en wat sinds januari 2017 een officieel beroep is) tot een soort heppie-de-peppie-halleluja, terwijl de grondslag ervan wel degelijk gelegen is in de wetenschap en de praktijk. Daarmee bereik je het verkeerde, namelijk dat mensen zich juist afkeren van het onderwerp, terwijl er nog zoveel te verbeteren valt…

Lees het artikel in de Intermediair dus vooral niet. Of nou ja, lees het wel en vorm je eigen mening. Ik hoor graag wat je ervan vindt!

Leave a Reply