Laatst sprak ik Ruth, een vriendin van me, over werkplezier. Zij werkt als woonbegeleider van mensen met een verstandelijke beperking bij een grote zorginstelling. Doorgaans is ze erg gelukkig met haar baan: ze is goed in haar werk, vindt de cliënten leuk, kan goed opschieten met haar collega’s en heeft veel vrijheid. Echter, een keer in de maand is haar werkgeluk ver te zoeken: tijdens het werkoverleg met haar baas.
Zelfsturend zorgteam
Ruth en haar vier collega’s zijn een zogenoemd zelfsturend zorgteam. Het opstellen van roosters, het ruilen van diensten en het oproepbaar zijn bij calamiteiten regelen zij zelf. Net als het schrijven en uitvoeren van behandelplannen, het regelen van het huishouden en het beheren van de financiën van hun cliënten. Hun teamleidster heeft er geen omkijken naar en doet dat dus de hele maand ook niet. Behalve tijdens het werkoverleg en dat is precies het moment dat Ruth en haar collega’s collectief ongelukkig zijn. Deze bijeenkomsten betekenen namelijk altijd dat het team er een nieuwe uitdaging bijkrijgt. De opdracht bijvoorbeeld om minder geld uit te geven aan boodschappen. Of de constatering dat ze te veel wassen en ze daarom handdoeken meer moeten hergebruiken. Elke maand wordt de last op hun schouders een beetje zwaarder, zonder dat de teamleidster er iets afhaalt. Sterker nog, zij heeft weinig oog voor de signalen die de vaak vermoeide en prikkelbare teamleden geven. De klachten over de werkdruk worden weggewuifd en het feit dat de medewerkers veel te lange werkweken maken, wordt niet opgemerkt. De manager heeft het veel te druk met haar eigen irritaties, namelijk dat haar goedbedoelde besparingsadviezen niet worden opgevolgd.
Stoom afblazen
Een aantal maanden modderde het team op deze manier door, totdat mijn vriendin het beknibbelen op futiliteiten en het opleggen van onzinnige beperkingen spuugzat was. Ze schoot uit haar slof. “We hebben wel wat beters te doen dan naar dit soort onzin te luisteren,” foeterde ze. “Als we dan toch moeten bezuinigen, laten we dan starten met het afschaffen van dit belachelijke overleg. Niemand schiet hier wat mee op.” Ruth heeft een punt: niemand heeft zin om iedere maand alleen maar kritiek te krijgen en te horen wat ze beter moeten doen. In een werkoverleg moet ook ruimte zijn voor de problemen van medewerkers. Zeker als de werkdruk hoog is, moeten ook zij een keer stoom kunnen afblazen. Een manager heeft net zo goed de taak om medewerkers een hart onder de riem te steken, een compliment of blijk van waardering te geven. Toen mijn vriendin was uitgeraasd was het stil aan de overkant van de tafel, haar manager keek haar verbaasd aan: “Waardering?” vroeg zij met opgetrokken wenkbrauwen, “Dat krijgen jullie iedere maand… via je bankrekening.” Het team was met stomheid geslagen en ik ook toen ik het hoorde. Ik denk dat de zorginstelling in ieder geval op deze mevrouw nog behoorlijk kan bezuinigen.
Maartje