Skip to main content

Als dochter van een historicus, kreeg ik als kind meer cultuur voor mijn kiezen dan me lief was. In de weekenden gingen we naar tentoonstellingen en musea, op vakantie naar kerken en monumenten. Tegen de tijd dat ik zestien was, kwam het me mijn neus uit. Het gevolg was dat ik tot pakweg mijn dertigste met een grote boog om historische en culturele bezienswaardigheden heenliep.

Late Rembrandt

Inmiddels ben ik nog weer wat ouder en geniet ik steeds meer van kunst en cultuur. Zo was ik nog niet zo lang geleden in het Rijksmuseum om de tentoonstelling ‘Late Rembrandt’ te bekijken. Het latere werk van deze grootmeester was verdeeld over een aantal zalen en de schilderijen, etsen en tekeningen waren gegroepeerd aan de hand van thema’s als intimiteit, contemplatie, innerlijke strijd en verzoening. Wat mij opviel, waarschijnlijk omdat ik er vanuit mijn werk zo mee bezig ben, is dat er geen selectie kunstwerken was rond het thema geluk.

Dat vond ik opmerkelijk. Vooral ook omdat Rembrandt bekend staat om zijn realistische manier van schilderen, zijn kritische oog voor detail en zijn behoefte om de werkelijkheid onverbloemd te verbeelden. Daarbij had hij in zijn laatste jaren de nodige persoonlijke verliezen te verwerken, waardoor geluk-of in ieder geval het ontbreken ervan–zeker speelde in zijn leven. En ook de tijdsgeest was ernaar. In de tweede helft van de 17e eeuw maakte de donkere Middeleeuwen namelijk plaats voor de lichtheid van de Verlichting, een periode die bekend staat om zijn aandacht voor geluk.

Geluksdenken

De vragen die dit bij mij opriep, was: ‘Waarom had geluk geen plek in deze tentoonstelling?’ en ‘Hoe keken Rembrandt en zijn tijdgenoten eigenlijk aan tegen dit begrip?’ Al googlend naar een antwoord stuitte ik op een boek van Peter Buijs, ‘De eeuw van geluk’. Buijs heeft onderzoek gedaan naar de Nederlandse opvattingen over geluk tijdens de Verlichting. In zijn boek vertelt hij dat door de toenemende welvaart, het geloof in de vooruitgang, de groei van het aantal communicatiemiddelen en de secularisering het geluksdenken vanaf het midden van de zeventiende eeuw veranderde. Was het voor 1650 nog iets abstracts dat te maken had met het hiernamaals, deugdzaamheid en tevredenheid. In de honderd jaar daarna werd het iets aards en dynamisch, iets waar je persoonlijk naar kon streven. Aan het einde van de 18e eeuw waren mensen zelfs zover dat er werd gedebatteerd over ‘of het streven naar geluk in de grondwet moest worden opgenomen’. Daar heeft men uiteindelijk vanaf gezien omdat men het niet eens kon worden over de definitie, maar dat terzijde.

Nu was het voor Rembrandt misschien net iets te vroeg om geluk expliciet tot onderwerp van zijn werken te maken, maar ik vond het wel jammer dat het Rijks hier niet iets mee heeft gedaan. Juist ook omdat het thema tegenwoordig weer volop in de belangstelling en op de politieke agenda staat. Overigens is dit niet bedoeld als kritiek, ik weet namelijk niet of het vanuit artistiek oogpunt interessant dan wel mogelijk was om dit thema toe te voegen. Ik had het alleen zelf heel interessant gevonden om door de ogen van de grootmeester een kijkje te nemen in het ‘geluk van toen’. Maar misschien ben ik wel gewoon teveel met mijn werk bezig.

Maartje